Duurt de Grote Verdrukking echt 7 jaar?

 

Overal hoor je zeggen dat er een grote verdrukking komt voordat Jezus terugkomt.
Dat klopt. Jezus zegt het zelf in Mattheus 24.
Maar klopt het ook dat die verdrukking 7 jaar gaat duren, zoals ‘men’ steeds weer beweert?

De tekst waarop ‘men’ baseert dat het zeven jaar gaat duren staat in Daniël.



Daniël 9

24. Zeventig weken zijn er bepaald
over uw volk en uw heilige stad,
om de overtreding te beëindigen,
de zonden te verzegelen,
de ongerechtigheid te verzoenen,
om een eeuwige gerechtigheid tot stand te brengen,
om visioen en profeet te verzegelen,
en om de Heiligheid van heiligheden te zalven.

25. U moet weten en begrijpen:
vanaf de tijd dat het woord uitgaat
om te laten terugkeren en om Jeruzalem te herbouwen
tot op Messias, de Vorst, verstrijken er zeven weken en tweeënzestig weken.
Plein en gracht zullen opnieuw gebouwd worden,
maar wel in benauwde tijden.

26. Na de tweeënzestig weken
zal de Messias uitgeroeid worden, maar het zal niet voor Hemzelf zijn.
Een volk van een vorst, een volk dat komen zal,
zal de stad en het heiligdom te gronde richten.
Het einde ervan zal zijn in de overstromende vloed
en tot het einde toe zal er oorlog zijn,
verwoestingen waartoe vast besloten is.

27. Hij zal voor velen het verbond versterken,
één week lang.
Halverwege de week
zal Hij slachtoffer en graanoffer doen ophouden.
Over de gruwelijke vleugel zal een verwoester zijn, zelfs tot aan de voleinding, die, vast besloten, uitgegoten zal worden over de verwoeste.

Dit is de context. Vier verzen.

Er zijn 70 weken van 7 jaar vastgesteld over Daniels volk en zijn heilige stad, Jeruzalem.

De eerste 69 weken lopen tot op Messias, de Vorst.
En wat komt daarna?
“Na de tweeënzestig weken
zal de Messias uitgeroeid worden”.
Tweeënzestig weken plus de eerder genoemde zeven weken zijn totaal 69 weken.

Dit is, naar mijn mening, het meest belangrijke punt in de profetie.
En dan gaat het natuurlijk ook over de heilige stad.

We weten dat de Messias die ‘uitgeroeid is’ Gods Zoon is, Jezus.
Hij werd niet gedood voor Zichzelf, maar voor ons!

Dan volgt vers 27 waar een ‘Hij’ wordt genoemd.
Wie is die Hij?
Is het de Antichrist zoals velen denken?
Hoe komen we daar nu achter?

Goed lezen is belangrijk.
Vers 27 begint met “Hij zal voor velen het verbond versterken…”
In de tekst ervoor moet staan om wie het gaat.

Een voornaamwoord wordt alleen begrepen als het zelfstandig naamwoord of de naam van de persoon voor het eerst wordt geïdentificeerd. Die naam staat in de verzen 25 en 26 duidelijk beschreven als “Messias”!

Laten we het eens doornemen.

Wie is in de eerste zin, van vers 26, het Onderwerp?
De Messias!

Dan lezen we de volgende zin: “Een volk van een vorst, een volk dat komen zal,
zal de stad en het heiligdom te gronde richten.”

Wie of wat is in die zin het onderwerp?
Een volk! Niet die vorst.

Tot nu toe is er maar één persoon die het onderwerp is.

Dan komt het restant van vers 26 aan bod:
“Het einde ervan zal zijn in de overstromende vloed
en tot het einde toe zal er oorlog zijn,
verwoestingen waartoe vast besloten is.”

Wordt hier een persoon genoemd?
Ik dacht het niet.

Dus als in vers 27 een ‘Hij’ wordt genoemd, dan kan het niet anders dan dat die ‘Hij’ wijst op de enige persoon in de vorige tekst die het onderwerp is.

Het is taalkundig niet anders mogelijk dan dat de Messias Degene is die voor velen het verbond zal versterken, één week lang.
En dus moet Degene die halverwege de week slachtoffer en graanoffer doet ophouden ook de Messias zijn.

Er staat dus niet dat de Antichrist een verbond sluit met de Joden. Een verbond dat zeven jaar zou duren.

Het is Jezus Christus die het verbond bevestigde. Dit verbond is hetzelfde verbond dat genoemd wordt in vers 4 van hetzelfde hoofdstuk van Daniël 9!

Dit is de grote lijn.
Er komt in deze teksten nog een lijn naar voren. Het is de lijn van de verwoesting van de stad en het heiligdom, door een volk van een vorst dat komen zal.

Bij al deze punten van de hoofdlijnen zijn veel kanttekeningen te maken.


Misschien goed om wat dieper in de teksten te duiken.
Wat wordt wel en wat wordt niet gezegd.


Deze profetie gaat in de eerste plaats over ‘uw volk’ en ‘uw heilige stad’.
Eerst hoort Daniel goed nieuws over de herbouw van Jeruzalem, maar na het goede nieuws komt er ook slecht nieuws… Jeruzalem en de tempel zullen worden vernietigd
Dat gebeurde 70 AD.

Je kan dan denken: Dat was het. Maar is dat wel zo?
Lucas laat zien dat:

Lucas 21:24

“Jeruzalem door de heidenen zal vertrapt worden, totdat de tijden van de heidenen vervuld zullen zijn.”

Deze tekst staat in de context van:


Lucas 21:25

“En er zullen tekenen zijn in zon, maan en sterren, en op de aarde benauwdheid onder de volken”.
En ook


Lucas 21:27

“En dan zullen zij de Zoon des mensen zien komen in een wolk, met grote kracht en heerlijkheid.”

Dit gebeurde niet in het jaar 70 AD. Er komt dus nog een keer een verwoesting van Jeruzalem.
Door wie?


Daniel 9:26

“Een volk van een vorst, een volk dat komen zal,
zal de stad en het heiligdom te gronde richten.
Het einde ervan zal zijn in de overstromende vloed
en tot het einde toe zal er oorlog zijn,
verwoestingen waartoe vast besloten is.”

In 70 AD werd Jeruzalem verwoest door het volk van een vorst. Het waren Romeinse legioenen die Jeruzalem en het heiligdom verwoestten. Hun ‘vorst’ was Titus.

Vlak voor Jezus’ terugkomst zal er een andere vorst zijn die Jeruzalem zal aanvallen. Die vorst zal komen met zijn legioenen.

Wie waren de legioenen in 70 AD?
Het waren legioenen die in dienst stonden van Rome, maar het waren geen Romeinen.
Het waren legers die, hoewel samengesteld door de Romeinen, uit landen kwamen die door de Romeinen waren veroverd.
Uit de geschiedenis weten we dat degenen die in die legioenen dienden niet kwamen uit Italië. Ze kwamen uit, wat we tegenwoordig noemen, Turkije en Syrië.
Dit zijn nu Moslim landen.

Deze volken zullen, met hun vorst, Jeruzalem aanvallen.
Die vorst zal de Antichrist zijn. In een andere bijbelstudie wordt dat duidelijk gemaakt.

Er is nog een reden om te weten dat de Antichrist niet degene is die een verbond versterkt.
Staat er ergens in de bijbel dat de Antichrist een verbond sluit?
Ik kan het niet vinden.
Een verbond kan alleen maar bevestigd worden als het al bestaat.
De Antichrist kan dus nooit een verbond versterken dat hij niet al eerder gesloten heeft.

De profetie over de verwoesting van Jeruzalem en het heiligdom is dus al een keer vervuld maar zal in de laatste dagen nog een keer vervuld worden. De eerste keer was het een voorvervulling, de laatste keer de uiteindelijke vervulling.

Dit principe komen we vaker tegen in de bijbel.

Eigenlijk is dit ook van toepassing op Daniel 9:24.

Wat daar staat is voor elke christen persoonlijk voorvervuld, maar de uiteindelijke, definitieve, vervulling zal gebeuren bij Jezus wederkomst.


Daniël 9:24

1. de overtreding te beëindigen Joh 19:28-30.
2. de zonden te verzegelen Hebr 10:11-12.
3. de ongerechtigheid te verzoenen Rom 5:10.
4. om een eeuwige gerechtigheid tot stand te brengen 2Co 5:21. Rom 3:21 e.v.
5. om visioen en profeet te verzegelen Lu 24:25-27.
6. om de Heiligheid van heiligheden te zalven Hand 10:38.

Nog een voorbeeld van ‘voorvervulling’ is de uitstorting van de Heilige Geest zoals die in Handelingen 2 beschreven wordt. Lees die teksten nog maar eens goed en vergelijk ze dan met Joël 2:28-32. Er komt duidelijk een sterkere, of grotere, vervulling van de uitstorting van Gods Geest.

Nog meer punten van aandacht

Daniel werd gezegd dat er zeven weken en tweeënzestig weken zouden verstrijken tot op Messias de vorst. Dat zijn samen 69 weken (van 7 jaar). Dus, eerst moesten die 69 jaar verstrijken voordat Messias, de vorst, openbaar zou worden. (vs.25.)

Het volgende vers geeft nog meer informatie over de tijd van de Messias.
De Messias zal uitgeroeid worden NA de eerdergenoemde 62 weken die volgde op de eerdergenoemde zeven weken.
Als ik simpel denk, lijkt het me dat dit in de 70ste week gebeurde.

Het is toch wat dat we zo druk zijn met min of meer technische details terwijl we niet eens aandacht hebben voor het meest geweldige wat er ooit is gebeurd: God zelf kwam, in zijn Zoon, naar de wereld om onze zonden op zich te nemen aan het kruis van Golgotha.
Wat een wonder. Wat een genade!
Dank U Jezus!

Als we toch weer teruggaan naar die getallen in Daniel 9, ze staan er uiteindelijk niet voor niets, dan zien we dus dat Jezus Messias stierf NA de 69ste week.
Zoals ik net al opmerkte, dat moet dan in de 70ste week zijn.

Het gekke is dat ‘men’ het sterven van Jezus in een interregnum plaatst. Een tijdperk tussen twee tijdperken.
Als je denkt dat die hele laatste zeven jaar nog moet komen, mede omdat je denkt dat het de Antichrist is die een verbond sluit van zeven jaar, dan moet je wel het sterven van Jezus buiten de 70 (jaar)weken houden.
Maar het was Jezus Messias die het verbond versterkte, één week lang.

We moeten ons ook realiseren dat het sterven van Jezus Messias een belangrijk onderdeel vormde van de profetie over die 70 weken. Zo iets belangrijks kan je toch niet zomaar buiten de profetie plaatsen?

Het verbond voor één week versterkt

In vers 27 lezen we dus dat Jezus het verbond voor velen versterkt.
Hij zal dat doen voor één week.
Ook zal Hij slachtoffer en graanoffer doen ophouden halverwege de week.

Over welke week wordt hier gesproken?
Elke keer als er in Daniel 9 gesproken wordt over een week is het hetzelfde woord שָׁבוּעַ Sjaboea.
Bij de 70 weken gaat het om weken van 7 jaar.
Bij de laatste twee keer dat dit woord gebruikt wordt, in vers 27, is het niet duidelijk of hier de 70ste week bedoeld wordt of één week van 7 dagen.

Laten we eens kijken naar de tijdlijn.
In Daniel 9:24 lezen we dat er zeventig weken zijn bepaald over Daniels volk en Daniels heilige stad.
In vers 25 wordt duidelijk dat die periode begint vanaf de tijd dat het woord uitging om te laten terugkeren en Jeruzalem te herbouwen.

Dat woord ging uit, volgens de geleerden, in het jaar 458 vChr. toen Arthahsasta het bevel gaf om de stad Jeruzalem te herbouwen. Ezra 7:11-26.
Er is nogal wat onenigheid over het jaar 458, velen zeggen dat het 457 v.Chr. moet zijn.
In dat geval is het einde van de 69 weken in het jaar 27. Ik hou dit jaar maar aan.
Veel maakt het niet uit, maar voor alle zekerheid is het goed dit te noemen dacht ik.

Als we dan willen weten wanneer die 69 (jaar)weken eindigen dan moeten we even wat rekenen.
Het woord ging uit in 457 vChr. Die 69 weken zijn 69x7= 483 jaar.
Van die 483 zijn er 457 verstreken tot het jaar 0. Dan blijven er dus nog 483-457= 26 jaar over.
Maar het jaar 0 is niet meegerekend. Het einde van die 69 weken is dus in het jaar 27.

Die 69 weken lopen dus tot op Messias, de Vorst. vs. 25b.

Wanneer werd duidelijk dat Jezus de Messias was?
Ik denk dat dit was toen Hij gedoopt werd en God vanuit de hemel zei:


Matt 3:16-17

“Dit is Mijn geliefde Zoon, in wie Ik Mijn welbehagen heb!”
Ook kwam de Geest van God als een duif op Jezus.

Na de verzoeking in de woestijn begon Jezus Zijn bediening.
Daniel 9:27 laat zien dat Jezus voor velen het verbond zou versterken, één week lang.
En dan staat er dat Hij halverwege de week slachtoffer en graanoffer zal doen ophouden.
In vers 26 hadden we gezien dat de Messias zou worden uitgeroeid NA de 69 weken.
Dat moet dus zijn geweest in de 70ste week.
Uit vers 27 leren we dat halverwege de week het offeren door Hem werd opgehouden.
Jezus, het ultieme offer, maakte de offers in de tempel overbodig. De voorhang in de tempel scheurde van boven naar beneden.

De eerste helft van die 70ste week was dus voorbij toen Jezus stierf.
Als Jezus zijn bediening begon in het jaar 27 en stierf 3 ½ jaar later, dan moet dat in het jaar 31 geweest zijn.

Jezus stierf dus halverwege de laatste (jaar)week.
Maar toen Hij stierf was dat in de lijdensweek. Die week begon de 10e Nissan, een sabbat, bij de intocht in Jeruzalem. Het einde van die lijdensweek was Nissan 17, weer een sabbat, toen Jezus opstond. Jezus stierf op het midden van die week, Nissan 14. Voor ons een woensdag.

Dus hoe je het ook bekijkt, Zijn sterven was in het midden van de week.

Okay, maar wat gebeurt er in de rest van de week?

Laten we nog eens kijken naar Daniel 9:26-27.


Daniel 9:26-27

"Na de tweeënzestig weken zal de Messias uitgeroeid worden, maar het zal niet voor Hemzelf zijn. (Rode tekst slaat op Jezus)
Een volk van een vorst, een volk dat komen zal,
zal de stad en het heiligdom te gronde richten.
Het einde ervan zal zijn in de overstromende vloed
en tot het einde toe zal er oorlog zijn,
verwoestingen waartoe vast besloten is.
(De zwarte tekst gaat hier over Gods tegenstander).
Hij zal voor velen het verbond versterken,
één week lang.
Halverwege de week
zal Hij slachtoffer en graanoffer doen ophouden
(Rode tekst slaat op Jezus)
Over de gruwelijke vleugel zal een verwoester zijn, zelfs tot aan de voleinding, die, vast besloten, uitgegoten zal worden over de verwoeste.
(De zwarte tekst gaat hier over Gods tegenstander)

De eerste regel gaat over de Messias. (Rode tekst)
De tweede gaat over een volk dat de tempel zal verwoesten met aan het hoofd de Antichrist, zoals we eerder zagen.
Dan gaat het in vers 27a weer over de Messias.(Rode tekst)
In vers 27b gaat het weer over de Antichrist.

We hebben gezien dat in die eerste 3½ jaar Jezus er zijn stempel op drukt.
Die tweede 3½ jaar, zo kunnen we duidelijk zien in Openbaring, is het de Antichrist die de hoofdpersoon is.

Die 70ste week wordt verdeeld over Jezus Christus en de Anti-christus.
Jezus in de tijd van Zijn bediening tot en met de kruisiging en opstanding.
Die laatste 3½ jaar wordt gedomineerd door de Antichrist en zijn vader, de duivel, die dan uit de hemel is geworpen. Opb. 12:7-13.
Beiden worden om en om genoemd. Dat is een bepaalde stijlfiguur.

Gelukkig houdt het daar niet op. Jezus zal aan het eind van die laatste 3½ jaar weer verschijnen. De Heere zal hem (de Antichrist) verteren door de Geest van Zijn mond en hem tenietdoen door de verschijning bij Zijn komst! 2Thes. 2:8.

Dan zal de 70 weken profetie worden vervuld en alles wat gezegd werd in Daniel 9:24 zal dan volledig vervuld worden.

De onderbreking

Er is dus een onderbreking tussen het sterven van Jezus aan het einde van de eerste 3½ jaar en het begin van de laatste 3½ jaar. Die laatste 3½ jaar beginnen als de Antichrist zich in de tempel zet “zodat hij als God in de tempel van God gaat zitten en zichzelf als God voordoet.”
Jezus en Paulus hebben dit voorspeld. Mat 24:15 en 2 Thes 2:3-4.

Het is bijbels om te zien dat er in de tijd onderbrekingen zijn.
In de profetieën over Jezus zien we regelmatig dat zo’n profetie in één adem doorgaat van de tijd dat Jezus openbaar was op aarde en de tijd dat Hij wéér openbaar zal zijn op de aarde.

Toen Jezus, in Lucas 4:17-19, een paar verzen van Jesaja 61 voorlas, stopte Hij met voorlezen halverwege vers 2. Jesaja 61 vers 1 en 2a gingen over de tijd dat Jezus hier op de aarde was.
De rest van dat hoofdstuk gaat over de tijd die komt vlak voordat Hij terugkomt en over de tijd van het duizendjarig vrederijk. Daar zitten nu al ruim 2000 jaar tussen.

Dat zien we ook in Lucas 1:32 en 33. Vers 32a werd vervuld toen Jezus geboren was en Zijn bediening vervulde op deze aarde, vers 32b en 33 moet nog vervuld worden.

Ook Micha 5:1 laat zien hoe Jezus hier op aarde zou komen, maar in de rest van dat hoofdstuk wordt omschreven wat Hij zal doen ten tijde van Zijn wederkomst.

Verbond

We lazen in Daniel 9 “Hij zal voor velen het verbond versterken, één week lang.”
Over welk verbond zou het hier gaan?

Als we het hebben over een verbond moet ik direct denken aan


Genesis 15:7-21

18: “Op die dag sloot de HEERE een verbond met Abram, en zei: Aan uw nageslacht heb Ik dit land gegeven, van de rivier van Egypte af tot aan de grote rivier, de rivier de Eufraat:”

In hoofdstuk 12:17 van Genesis had God het Abraham al beloofd.


Genesis 12:7

“Toen verscheen de HEERE aan Abram en zei: Aan uw nageslacht zal Ik dit land geven.”

Waarom zou Jezus Messias dit verbond bevestigen voor één week, een week van 7 jaar?
Of waarom bevestigde Jezus Messias dit verbond in die week?
Ik denk, omdat de vooruitzichten om een vervulling te zien van dat verbond met Abraham niet rooskleurig zouden zijn.
Israel werd overheerst door de Romeinen die uiteindelijk Jeruzalem en de tempel zouden vernietigen. Weinig vooruitzicht op een vervulling van het verbond met Abraham.

De Joden kenden de profetie in Daniel 9. Ze lazen daar dat de Messias Zijn verbond niet zou verbreken, nee Hij bevestigt het nog eens.
Aan het eind van die 70ste week zou alles goed komen.
Ze wisten van Daniel dat, voor die vervulling van het verbond met Abraham, er nog moeilijke tijden zouden komen.


Genesis 12:1

“In die tijd zal Michaël opstaan,
de grote vorst,
hij die uw volksgenoten bijstaat.
Het zal een benauwde tijd zijn,
zoals er niet geweest is sinds er een volk is geweest tot op die tijd.
In die tijd zal uw volk ontkomen:
ieder die gevonden wordt, opgeschreven in het boek.”

En Daniel 12:7b


Genesis 12:7b

“Na een vastgestelde tijd, vastgestelde tijden en een helft, wanneer Hij er een einde aan gemaakt zal hebben om de macht van het heilige volk stuk te slaan, zal er aan al deze dingen een einde komen.”

Paulus laat ons zien dat de belofte aan Abraham niet gaat over nageslachten, niet over velen.


Galaten 3:16

“Welnu, zo zijn de beloften aan Abraham en aan zijn nageslacht gedaan. Hij zegt niet: En aan de nageslachten, alsof er sprake zou zijn van velen; maar van één: En aan uw Nageslacht; dat is Christus.”

Het verbond dat God sloot met Abraham gaat over het land Israel. Dat land, maar dan veel groter dan dat het nu is, zal gegeven worden aan Jezus de Messias.

Dat verbond werd door Jezus bevestigd.

Dan zal ook volledig vervuld zijn wat in Daniel 9:24 staat:


Daniel 9:24

“Zeventig weken zijn er bepaald

over uw volk en uw heilige stad,

om de overtreding te beëindigen,

de zonden te verzegelen,

de ongerechtigheid te verzoenen,

om een eeuwige gerechtigheid tot stand te brengen,

om visioen en profeet te verzegelen,

en om de Heiligheid van heiligheden te zalven.”



Daniël 9:4

Ik bad tot de HEERE, mijn God, en deed belijdenis en zei: Och Heere, grote en ontzagwekkende God, Die Zich houdt aan het verbond en de goedertierenheid ten aanzien van hen die Hem liefhebben en Zijn geboden in acht nemen


Ezra 7:11-26

"Dit is het afschrift van de brief die koning Arthahsasta had meegegeven aan Ezra, de priester, de schriftgeleerde, een schriftgeleerde bedreven in de woorden van de geboden van de HEERE, en van Zijn verordeningen voor Israël.
Arthahsasta, koning der koningen, aan de priester Ezra, de schriftgeleerde, bedreven in de wet van de God van de hemel, volkomen vrede, en op dit tijdstip.
Door mij wordt bevel gegeven dat iedereen in mijn koninkrijk van het volk Israël, ook priesters en Levieten, die vrijwillig naar Jeruzalem wenst te gaan, met u mee mag gaan.
Aangezien u vanwege de koning en zijn zeven raadsheren bent gezonden om onderzoek te doen in Judea en in Jeruzalem naar de wet van uw God, waarover u beschikt,
en om het zilver en goud daarheen te brengen dat de koning en zijn raadsheren vrijwillig gegeven hebben aan de God van Israël, Wiens woning in Jeruzalem is,
en ook al het zilver en goud te brengen dat u kunt vinden in het hele gewest van Babel, mét de vrijwillige gaven van het volk en de priesters, die vrijwillig geven voor het huis van hun God in Jeruzalem –
daarom moet u voor dat geld zorgvuldig runderen, rammen en lammeren kopen met hun graanoffers en drankoffers, en die offeren op het altaar van het huis van uw God in Jeruzalem.
U mag met het overige zilver en goud doen wat u en uw broeders goeddunkt te doen, overeenkomstig de wil van uw God.
En de voorwerpen die u gegeven zijn voor de dienst van het huis van uw God, lever die af voor de God van Jeruzalem.
Het overige dat nodig is voor het huis van uw God, dat te uwen laste zou komen om te betalen, kunt u betalen uit het schathuis van de koning.
Door mij, mij koning Arthahsasta, wordt bevel gegeven aan alle schatbewaarders aan de overzijde van de Eufraat, dat alles zorgvuldig gedaan moet worden wat de priester Ezra, de schriftgeleerde, bedreven in de wet van de God van de hemel, van u vraagt,
tot honderd talent zilver, tot honderd kor tarwe, tot honderd bat wijn, tot honderd bat olie; voor zout is er geen voorschrift nodig.
Al wat voortvloeit uit het bevel van de God van de hemel, moet nauwgezet gedaan worden voor het huis van de God van de hemel, opdat er geen grote toorn zal zijn over het koninkrijk van de koning en zijn zonen.
Wij geven u ook te kennen met betrekking tot alle priesters en Levieten, zangers, poortwachters, tempeldienaren en dienaren van het huis van deze God, dat het niet toegestaan is hun belasting, heffingen of tol op te leggen.
En u, Ezra, overeenkomstig de wijsheid van uw God, die u gegeven is, stel rechters en gerechtsdienaren aan, die over het hele volk aan de overzijde van de Eufraat recht moeten spreken, over allen die de wetten van uw God kennen. En aan wie ze niet kent, moet u ze bekendmaken.
En al wie de wet van uw God en de wet van de koning niet houdt, laat aan hem zorgvuldig recht worden gedaan, of ter dood, of ter verbanning, of tot verbeurdverklaring van zijn bezit, of tot gevangenschap."

Daniel 9:27

"Hij zal voor velen het verbond versterken,
één week lang.
Halverwege de week
zal Hij slachtoffer en graanoffer doen ophouden."

Daniel 9:26

"Na de tweeënzestig weken
zal de Messias uitgeroeid worden, maar het zal niet voor Hemzelf zijn.
Een volk van een vorst, een volk dat komen zal,
zal de stad en het heiligdom te gronde richten.
Het einde ervan zal zijn in de overstromende vloed
en tot het einde toe zal er oorlog zijn,
verwoestingen waartoe vast besloten is."

Daniël 9:27

"Hij zal voor velen het verbond versterken,
één week lang.
Halverwege de week
zal Hij slachtoffer en graanoffer doen ophouden."

Opbenbaring 12:7-13

"Toen brak er oorlog uit in de hemel: Michaël en zijn engelen voerden oorlog tegen de draak, ook de draak en zijn engelen voerden oorlog.
Maar zij waren niet sterk genoeg, en hun plaats werd in de hemel niet meer gevonden.
En de grote draak werd neergeworpen, namelijk de oude slang, die duivel en satan genoemd wordt, die de hele wereld misleidt. Hij werd neergeworpen op de aarde en zijn engelen werden met hem neergeworpen.
En ik hoorde een luide stem in de hemel zeggen: Nu is gekomen de zaligheid, de kracht en het koninkrijk van onze God en de macht van Zijn Christus, want de aanklager van onze broeders, die hen dag en nacht aanklaagde voor onze God, is neergeworpen.
En zij hebben hem overwonnen door het bloed van het Lam en door het woord van hun getuigenis, en zij hebben hun leven niet liefgehad tot in de dood.
Daarom, verblijd u, hemelen, en u die daarin woont! Wee hun die de aarde en de zee bewonen, want de duivel is naar beneden gekomen, naar u toe, in grote woede, omdat hij weet dat hij nog maar weinig tijd heeft.
En zodra de draak zag dat hij op de aarde was neergeworpen, ging hij de vrouw vervolgen die het mannelijke Kind gebaard had."

2 Thessalonisenzen 2:8

"En dan zal de wetteloze geopenbaard worden. De Heere zal hem verteren door de Geest van Zijn mond en hem tenietdoen door de verschijning bij Zijn komst;"

Mattheüs 24:15

"Wanneer u dan de gruwel van de verwoesting, waarover gesproken is door de profeet Daniël, zult zien staan op de heilige plaats – laat hij die het leest, daarop letten! –"

2 Thessalonisenzen 2:3-4

"Laat niemand u op enigerlei wijze misleiden. Want die dag komt niet, tenzij eerst de afval gekomen is en de mens van de wetteloosheid, de zoon van het verderf, geopenbaard is,
de tegenstander, die zich ook verheft boven al wat God genoemd of als God vereerd wordt, zodat hij als God in de tempel van God gaat zitten en zichzelf als God voordoet."

Lucas 4:17-19

"En aan Hem werd het boek van de profeet Jesaja gegeven, en toen Hij het boek opengedaan had, vond Hij de plaats waar geschreven stond:
De Geest van de Heere is op Mij, omdat Hij Mij gezalfd heeft; Hij heeft Mij gezonden om aan armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen wie gebroken van hart zijn,
om aan gevangenen vrijlating te prediken en aan blinden het gezichtsvermogen, om verslagenen weg te zenden in vrijheid, om het jaar van het welbehagen van de Heere te prediken."

Lucas 1:32 en 33

"Hij zal groot zijn en de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden, en God, de Heere, zal Hem de troon van Zijn vader David geven,
en Hij zal over het huis van Jakob Koning zijn tot in eeuwigheid en aan Zijn Koninkrijk zal geen einde komen."

Micha 5:1

"En u, Bethlehem-Efratha,
al bent u klein om te zijn onder de duizenden van Juda,
uit u zal Mij voortkomen
Die een Heerser zal zijn in Israël.
Zijn oorsprongen zijn van oudsher,
van eeuwige dagen af."

Johannes 19:28-30

"Hierna zei Jezus, omdat Hij wist dat nu alles volbracht was, opdat het Schriftwoord vervuld zou worden: Ik heb dorst!
Er stond dan een kruik vol zure wijn en ze vulden een spons met zure wijn, omwikkelden die met hysop en brachten die aan Zijn mond.
Toen Jezus dan de zure wijn genomen had, zei Hij: Het is volbracht! En Hij boog het hoofd en gaf de geest."

Hebr 10:11-12

"En iedere priester stond wel dagelijks te dienen en bracht vaak dezelfde slachtoffers, die de zonden toch nooit zouden kunnen wegnemen,
maar deze Priester is, nadat Hij één slachtoffer voor de zonden geofferd had, tot in eeuwigheid gezeten aan de rechterhand van God."

Rom 5:10

"Want als wij, toen wij vijanden waren, met God verzoend zijn door de dood van Zijn Zoon, hoeveel te meer zullen wij, nu wij verzoend zijn, behouden worden door Zijn leven."

2Co 5:21

"Want Hem Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem."

Rom 3:21

"Maar nu is zonder de wet gerechtigheid van God geopenbaard,
waarvan door de Wet en de Profeten is getuigd,
Maar nu is zonder de wet gerechtigheid van God geopenbaard, waarvan door de Wet en de Profeten is getuigd:
namelijk gerechtigheid van God door het geloof in Jezus Christus,
tot allen en over allen die geloven, want er is geen onderscheid.
Want allen hebben gezondigd en missen de heerlijkheid van God,
en worden om niet gerechtvaardigd door Zijn genade, door de verlossing in Christus Jezus."

Lu 24:25-27

"En Hij zei tegen hen: O onverstandigen en tragen van hart! Dat u niet gelooft al wat de profeten gesproken hebben!
Moest de Christus dit niet lijden en zo in Zijn heerlijkheid ingaan?
En Hij begon bij Mozes en al de profeten en legde hun uit wat in al de Schriften over Hem geschreven was."

Hand 10:38

"hoe God Jezus van Nazareth gezalfd heeft met de Heilige Geest en met kracht en hoe Hij het land doorgegaan is, terwijl Hij goeddeed en allen die door de duivel overweldigd waren, genas, want God was met Hem."